En dan gebeurt wat al een tijdje in de lucht hing. De blauwe hooligans vallen aan en meppen er met hun knuppels ongenadig hard op los. Feyenoord is verrast. Heel de middag hebben ze gezellig staan drinken rond de Berninifontein en nu wordt hun feestje zomaar verstoord door een leger chagrijnige Romeinen. Beduusd over zoveel agressie gaat rood-wit met tegenzin achteruit. Omdat ook de tegenpartij even inhoudt, ontstaat tussen beide kampen een niemandsland vol drankflessen en andere rotzooi. Wat gaan we doen? denkt men aan Feyenoordzijde.
Laten we deze ongenode gasten delen in de feestvreugde of keren we ze bot de rug toe? Het wordt het eerste. Druk gebarend nemen enkele Rotterdamse lieverdjes het voortouw en nodigen de blauwboys uit om toch vooral nog even door te lopen. Ze twijfelen. Blijkbaar niet gewend aan zulke hartelijke mensen weten ze zich met de situatie geen raad. Om de barbaren alsnog te overtuigen van hun goede bedoelingen werpen sommige Rotterdammers ze alvast wat versnaperingen toe. Feyenoord uit, altijd gezellig.
Piazza Navona
Rome, de eeuwige stad, gebouwd op zeven heuvelen en bakermat van onze Westerse beschaving. Voor een Unesco-fan als ik natuurlijk een erfgoedwalhalla, voor mijn reisgezelschap gewoon een grote stad waar hopelijk ook nog wat te beleven viel. “Dat valt er zeker”, hield ik de heren voor en nam ze bij de hand voor een weergaloos rondje Rome. Om de gang langs de velden in stijl te beginnen trapte ik af met Piazza Navona, een plein gebouwd op een oud atletiekstadion. “Helaas rest ons van het gebouw zelf nog maar weinig maar men kan aan de vorm van het plein nog steeds de contouren van de oude renbaan herkennen.”
“Rotterdam, no running!!”, kreeg ik ietwat geïrriteerd te horen. Oftewel, aan hardlopers hadden ze een broertje dood en rennen deden ze al helemaal niet. Helemaal niet? Nou ja, behalve dan in de buurt van een slijterij natuurlijk…
Sant’ Agnese-kerk
Nadat de drinkebroers, hijgend van de inspanning en gewapend met tassen vol drank, weer bij hun gids waren teruggekeerd, wees ik ze op de aanwezigheid van de Sant’Agnese-kerk. “Zij is gewijd aan Agnes, de beschermheilige van jonge meisjes en maagden”, verkondigde ik, “en het arme kind stierf op dit plein de martelaarsdood.” Het leek me een gepast moment om even stil te staan bij haar brute moord maar helaas dacht de rest van de groep daar beduidend anders over. Hoeren en snoeren, wilden ze, en daar paste wel een dame maar geen Heilige tussen.
Campo di Fiori
Teleurgesteld over zoveel desinteresse stuurde ik de troep richting pizzatent, het enige cultuurgoed waar ze wel trek in hadden. Ik had nog graag willen vertellen over de vierstromenfontein van de beeldhouwer Bernini maar bewaarde die uiteenzetting voor later. De magistrale architect verdiende alle respect van de wereld en ik had geen zin mijn verhaal te doen als er toch niemand in geïnteresseerd was. Daar was de man toch echt te groot voor.
Tijdens het traditionele diner vloeide het bier rijkelijk en werd het tuig hoe langer hoe luidruchtiger. Ik kende mijn pappenheimers en wist dat het werelderfgoed voorlopig even buiten spel zou staan. Om die reden leidde ik de hele bende naar het plein Campo di Fiori omdat zich daar, rond het standbeeld van Giordano Bruno, nog veel meer Feyenoorders hadden verzameld. Konden ze zich tenminste even mengen met wat geestverwanten.
Barbaren verstoren herdenking
Hoewel ook Bruno stierf voor zijn geloof was het gek genoeg dit keer de kerk die hem zijn penalty gaf. Zijn vrije opvattingen pasten volgens de katholieke leiders niet in hun strikte dogma’s en daarom eindigde hij als ketter op de brandstapel. Een triest lot waarmee ik zeer begaan was. Als fanatiek aanhanger van het vrije woord riep ik de supportersschare dan ook op deze vreselijke gebeurtenis gezamenlijk en in stilte te herdenken.
Wat ik echter niet had voorzien was de minachting van de Romeinen voor de vrijheid van meningsuiting. In navolging van hun voorouders verstoorden ze namelijk onze plechtige ceremonie en hakten als een stelletje barbaren ongenadig in op mijn hooggeëerde publiek.
Alcoholverbod
19-02-15. Als gevolg van de schermutselingen de voorgaande avond had het gemeentebestuur besloten tot een algehele drooglegging in het centrum. “Het moet niet gekker worden”, riepen mijn kornuiten verontwaardigd, “zij lichten ons pootje, maar wij krijgen de gele kaart!” Dat was inderdaad raar.
Iedereen had gezien dat het geweld afkomstig was van een stel uiterst verstandige, broodnuchtere lieden. Dus dan had het toch logischer geweest om hen te verbieden geen druppel meer te drinken en ons, als pleister op de wonde, te voorzien van gratis alcohol! Dit was de wereld op zijn kop! Gelukkig begrepen de lokale ondernemers ook wel dat het belang van de Hollandse alcoholist prevaleerde boven die van hun eigen opvliegende geheelonthouders. Drank was zonder problemen overal verkrijgbaar.
Castel Sant Angelo
De Spaanse trappen waren de afgesproken verzamelplek voor ons Feyenoorders maar omdat het een lange dribbel betrof hielden we halverwege een kleine theepauze. Een mooie gelegenheid, dacht ik, om ons engelenclubje op de hoogte te brengen van wat essentiële feiten.
“Zoals jullie waarschijnlijk al hadden gezien wordt de beeldige brug die we net zijn overgestoken door een tiental engelen versierd. Het voorwerp dat ze in hun hand hebben refereert aan de lijdensweg die wij Feyenoorders hebben moeten gaan om eindelijk weer eens getuige te kunnen zijn van een Europese uitwedstrijd…”
“Hè?”
“Geintje natuurlijk. Ze verwijzen naar de lijdensweg die Jezus moest gaan toen die richting kruis ging. Het geheel is ontworpen door onze vriend Bernini en was bedoeld als opmaat voor de imposante engelenburcht, Castel Sant Angelo, die daar achter staat. Van origine was deze indrukwekkende vesting een praalgraf voor een van de Romeinse keizers maar al vrij snel werd het geheel versterkt en gebruikt als fort in de verdediging van de stad. Zijn naam dankt het aan aartsengel Michaël die hier volgens de legende in het jaar 590 de pest kwam verdrijven.”
Spaanse trappen
Eens temeer bleek engelengeduld ook niet eeuwig. Ik had mijn verhaal nauwelijks verteld of er werd alweer opgestaan en doorgelopen. Men was kennelijk zo gefocust op de Spaanse trappen dat de kameraden gewoon recht op het doel afgingen en zich verder weinig aantrokken van de talenten in de Romeinse defensie. Ik begon me meteen zorgen te maken. Zouden de prestaties van de grote Bernini vandaag nou wéér niet de aandacht krijgen die ze verdienden?
Fontein van de lelijke boot
Gelukkig kon ik reeds bij het naderen van de Spaanse trappen mijn vrees laten varen. Bernini en zijn fontein van de lelijke boot waren door duizenden Feyenoorders in de armen gesloten en werden door werkelijk iedereen gepassioneerd toegezongen. Hoe ontroerend. Dat men uitgerekend één van Bernini’s minste werken had gepromoveerd tot hét monument van Rome! Dat kon alleen bij Feyenoord. Steun voor de underdog en vurig als altijd.In de loop van de middag nam men zelfs de moeite het zogenaamde lelijke bootje op te leuken met een uitgebreid palet aan Feyenoordprullaria. Een edelmoedige daad die gelijk bewees dat voetbalsupporters allerminst de cultuurbarbaren waren waarvoor ze zo vaak worden uitgemaakt.
Randverschijnselen
Helaas voltrok zich niet veel later het drama wat ik al eerder beschreef. De harde kern van Roma raasde als een stel doorgedraaide bontjagers over het plein en zorgde met hun geknuppel voor menig ingeslagen Feyenoordschedel. Verbijsterd keken we toe. Hoe was het toch iedere keer weer mogelijk dat een klein groepje barbaren het steeds maar weer voor elkaar kreeg het voor de rest te verpesten?
Wij wisten het niet. Wat we wel wisten, was dat we klaar waren met de warming-up en nu wel zin hadden in een potje voetbal. We hielden een taxi aan, toonden de chauffeur ons door Nike gesponsorde kaarten en gaven opdracht voor een enkeltje stadion.
Sponsori di Nike
Of het nou was vanwege onze vriendelijke gezichten of dat de kreet “Sponsori di Nike” het hem deed, het was in ieder geval opvallend hoezeer onze chauffeur er op gebrand was zich te houden aan de door ons van tevoren besproken tactiek. “Gas er op!” Toeteren, spookrijden, langs files scheuren; op ons aangeven slalomde hij overal tussendoor. Desondanks leek onze vlucht door Rome voortijdig te stranden toen we ineens voor een wegversperring en een stelletje boos kijkende agenten kwamen te staan. “Gewoon doorrijden!” riepen we nog, maar Nicky Lauda luisterde niet en stopte met piepende banden de auto.
“Wat gaan we GVD nou krijgen?”, informeerden we vriendelijk. “Waar halen jullie het gore lef vandaan om óns, “Sponsori di Nike”, tegen te houden?” Wij hadden schoon genoeg van de Italiaanse kit en waren al helemaal niet van plan onze hele dag te laten verzieken door een paar van die irritante knuppels. “Wie denken jullie wel niet dat jullie zijn?”
Escort naar het stadion
Het was een beetje een gok of deze manier van communiceren ook wel goed zou landen maar gelukkig bleken deze barbaren alleszins voor rede vatbaar. Overbluft door onze amicale benadering bekeken ze vluchtig onze biljetten, stelden inderdaad vast dat wij “Sponsori di Nike” waren en verschoven de hekken voor een veilige doortocht. Fijne wedstrijd heren!
Uiteindelijk zette de taxichauffeur ons af naast een ME-busje vlakbij het stadion. “Sponsori di Nike” gaven we de dienders ook daar te kennen en terstond sprongen ze in de houding, escorteerden ons het naar stadion en leverden ons af bij een paar hooggehakte fotomodellen. Of de “Sponsori di Nike” de dames maar even wilde volgen naar een aparte kamer vol drank en spijzen. “Ja hoor”, zeiden wij beleefd, “we zijn toch geen barbaren?”
Pantheon
20-02-15. Nadat Feyenoord een niet onverdienstelijk gelijkspel uit het vuur had gesleept was het eindelijk tijd voor werelderfgoed. Goed gemutst gingen we op pad en liepen als eerste naar één van de beroemdste gebouwen van de stad; het Pantheon. Het gebouw is een bouwkundig wondertje dat nu al bijna 2000 jaar haast ongeschonden de tand des tijds heeft weten te doorstaan. “Nou dat heeft die Bernini dan knap ontworpen!”, vonden mijn metgezellen.
“Zeker. Alleen kwam Bernini pas 17 eeuwen later ter wereld…”
Bernini vormt Rome
“Oh, maar ik dacht dat jij zei dat…”
“Jahaa, is ook zo. Bernini was de architect van Rome, maar dat was in de tijd van de barok, niet gedurende de oudheid. Wat hij overigens wél deed was al het brons uit het gebouw slopen om er het paleis van zijn baas, de paus, mee te verfraaien.” Dat laatste ging er maar moeilijk in bij mijn toehoorders. “Dus het belangrijkste gebouw van de stad werd vernield om het Vaticaan op te leuken?
“Inderdaad.”
“Maar waarom wordt Bernini dan nog altijd geroemd en geprezen? Die vernielzucht was toch je reinste vandalisme?”
“Tja, zo zijn barbaren nou eenmaal. Hun eigen vandalen kunnen niks verkeerd doen maar van een ander verdragen ze niks.”
Hooligans verwoesten Rome
“Rome geplunderd, Miljoenenschade aan eeuwenoude fontein, Barbaren verwoesten eeuwige stad, Superschurken verkrachten meesterwerk Bernini.” dachten we na het Pantheon even ergens lekker te kunnen nabeschouwen, werden we plotseling overvallen door de meest waanzinnige krantenkoppen. Alsof Rome compleet van de kaart was geveegd, zo gingen ze tekeer. Legio arrestaties, winkelstraten in puin, miljoenen euro’s schade en een fontein finaal aan stukken.
UEFA maffia
“Wat een onzin allemaal”, briesten m’n maten, “ik heb nog geen krasje gezien! Laat staan plunderingen of verkrachters!” Men vermoedde onmiddellijk een complot tussen UEFA en maffia. Een vuig een-tweetje omdat ze niet konden winnen van ons aller Feyenoord. Het was in ieder geval duidelijk dat het alleen maar grove leugens waren en dat de club voor de zoveelste keer werd genaaid. “Rustig nou maar”, probeerde ik de boel te sussen, “het Feyenoordbestuur staat altijd pal achter zijn supporters en zal straks de boel heus wel komen nuanceren.”
Forum Romanum
Lopend over de Via dei Fori Imperiali verhaalde ik enthousiast over het Forum Romanum en het kloppende hart van het machtige Romeinse Rijk. Dit was de plaats waar de Romeinen hun goden vereerden, waar de senaat zetelde, waar handel dreef en waar recht sprak. Het had het hoogtepunt van onze reis moeten worden maar luisterend naar het chagrijn van mijn makkers kwam daar weinig van terecht. “Hierzo, moet je kijken joh, wat een tyfuszooi. Overal ruïnes, maar toch is het enige wat je hoort gezeik over een kutfontein. Bernini was GVD zelf een vandaal!!”
Slechte verliezers
“Zo zijn ze altijd al geweest hoor”, lichtte ik de mannen in. “Ze waren goed in winnen die Romeinen, en hun Romeinse Rijk was groot, maar o wee als ze eens een keer verloren; dan was het één groot tranendal. Neem bijvoorbeeld die keer dat ze in een Duits beukenbos een smadelijke nederlaag leden en ze vervolgens jarenlang hun opponenten afschilderden als barbaren omdat die hun lieve legioenen hadden afgeslacht.”
“Terwijl ze zelf begonnen waren?”
“Ja joh. Ik zei toch al dat er in al die tijd niks veranderd was? Een grote muil als ze winnen maar volop janken als het eens niet zo is.”
Romeinse successen
Ondanks hun vervelende inborst waren de Romeinen in hun tijd heel succesvol. Door hun veel betere bewapening en hun gedisciplineerde manier van oorlog voeren waren ze in staat ongeveer de hele (toen bekende) wereld te veroveren. Rome floreerde en was trots op zijn legionairs. Wanneer een veldheer er in was geslaagd een stukje Rijk aan het imperium toe te voegen dan werd hij bij thuiskomst groots onthaald en was het weken feest. Had de aanvoerder echt een belangrijke overwinning geboekt dan werd voor de nieuwe imperator ook nog eens een pracht van een ereboog opgericht. Zo’n man was bijvoorbeeld Constantijn de Grote.
Constantijn de Grote
Tot het begin van de 4e eeuw waren christenen niet erg populair geweest onder de Romeinse bevolking. Ze weigerden mee te doen aan eeuwenoude riten en offerden niet aan de goden. Als gevolg daarvan zag men ze als een bedreiging voor de samenleving en ideaal als voer voor de leeuwen in het Colosseum. In 312 kwam daar echter verandering in.
Volgens de overlevering won keizer Constantijn de Grote in dat jaar, door Goddelijk ingrijpen, een belangrijke slag en bekeerde hij zich om die reden tot het christendom. Het betekende voor de christenen godsdienstvrijheid en baande de weg voor een christelijk Europa. Als dank voor zijn goede diensten werd de redder van de stad, die door de ingeving van ene Godheid de tiran wist te verslaan, geëerd met een triomfboog naast het Colosseum.
Verwerpelijk gedrag
Aan christelijke praatjes hadden mijn gabbers echter geen boodschap. Rond het Colosseum hadden zich ondertussen meer Rotterdamse cultuurliefhebbers verzameld en van hen vernamen wij verontrustende verhalen over tal van neergestoken Feyenoorders. Ze waren, laf als altijd, aangevallen door horden Roma en hadden zich niet of nauwelijks tegen de overmacht kunnen verweren. “Jezus”, vroegen we ons vertwijfeld af, “wie zijn hier nou de barbaren?”
Om nog wat extra zout in de wonden te strooien sijpelden vanuit Nederland tal van berichten binnen over de supporters noemende Hollanders die zich weer op schandelijke wijze hadden misdragen. “Volstrekt verwerpelijk”, zei ook Gudde, de Feyenoorddirecteur van het huilebalklegioen. Zonder enige kennis van zaken werd de rood-witte aanhang volkomen zwart geschilderd, stelde de Kamer vragen en hadden BN-ers gevoelens van afschuw en plaatsvervangende schaamte uitgesproken. Volgens de Italiaanse premier kon het enige persbericht van Feyenoord slechts 5 letters lang zijn (scusa, sorry) en was het zuiver en alleen aan het kordate optreden van de heldhaftige politie te danken dat Rome nog bestond.
Rellen krijgen staartje
Terneergeslagen over zoveel onrecht wisten we even niet meer wat te zeggen. Het was ook altijd hetzelfde, iedereen was tegen ons en wij waren weer de lul. “Maar jongens”, veerde ik plotseling op, “aan deze hele gang van zaken zit misschien nog wel een heel aardig staartje…”
“Ja dat zal best, uitsluiting, schorsing, wedstrijd zonder publiek…”
“Nee, dat bedoel ik niet. Jullie weten toch wel dat de geschiedenis zich vaak herhaald?”
“Ja en?”
“Dan is het wellicht aardig om te weten dat het de barbaren waren die dat grote machtige Romeinse Rijk ten val wisten te brengen…” Voor het eerst die dag verscheen een lichte glimlach op de bleke gezichtjes. “Dus dat zou betekenen dat…”
“Precies, dit kan niet meer mis. Thuis maken we ze af! Feyenoord thuis, gekkenhuis! Ech Wel!”
Was je een van de Feyenoordsupporters die in Rome het plein werd afgeslagen, die vol overgave Bernini toezong of die het Colosseum van vers bloed voorzag? Laat het ons weten in de reacties hieronder, we horen het graag!
Praktische informatie
Rome is een stad die zo boordevol monumenten staat dat het een complete website zou vergen om ze allemaal te beschrijven. Buiten de hoogtepunten die in dit verhaal aan bod kwamen kan de lijst moeiteloos uitgebreid worden met: Caracalla thermen, Trevifontein, Villa Borghese, Piazza Venezia, Domus Aurea (Nero’s oude paleis), Piazza del Popolo, piramide van Cestius, Capitool, enzovoort, enzovoort. Het werelderfgoed is zo uitgebreid dat alles bekijken onhaalbaar is. En dan hebben we het nog geeneens gehad over de honderden kerken en paleizen die de stad rijk is…
Drie basilieken die niet ongenoemd kunnen blijven zijn:
Zij zijn eigendom van de Heilige Stoel en worden expliciet door Unesco vermeld.
Er is nog een vierde pauselijke basiliek, de Sint Pieter, maar dit is een separaat werelderfgoed.
Jaar van inschrijving: 1980
Lees ook:
– Katholiek of orthodox; in de baai van Kotor draaide het uiteindelijk maar om een religie
– Tijdens voetbaltrip naar Barcelona staat Gaudi langs de zijlijn
– Liverpool, de “Singing City” waar je nooit alleen loopt